Het feit dat de zorg zich op verschillende punten onderscheidt van het bedrijfsleven zorgt ervoor dat extra eisen moeten worden gesteld aan het bestuur en het toezicht in de zorg en binnen zorginstellingen(‘governance’). Dit is ook het onderwerp waar de laatste jaren in de politiek veel aandacht aan wordt besteed. Het is van groot belang om de governance binnen een zorginstelling op orde te houden. Dit blijkt in praktijk niet altijd goed te gaan. Afgelopen jaren zijn er diverse zorginstellingen negatief in het nieuws gekomen door schandalen en faillissementen die veroorzaakt zijn door slecht bestuur. Het meest bekende zijn Slotervaart en de IJsselmeer ziekenhuizen.
Regelgeving kan juist bijdragen aan het voorkomen van problemen, maar om risico’s op problemen in de zorg te verkleinen is het allereest van groot belang dat er een verdere professionalisering van de governance in de zorg plaatsvindt. Inzicht in en besef van de te onderscheiden rollen en verantwoordelijkheden van de bestuurders en toezichthouders vereisen vakbekwaamheid in de uitoefening daarvan. Volgens de huidige wet- en regelgeving, liggen de belangrijkste taken en bevoegdheden bij de raad van bestuur, de raad van toezicht, de compliance officer, de bestuurssecretaris, de ondernemingsraad, de cliëntenraad en de medische staf binnen de zorginstelling. De concrete invulling van de rollen zijn daarnaast mede afhankelijk van het type zorginstelling, de situatie waarin deze zich bevindt en het intern regelgevend kader, die vastgelegd is in onder meer de statuten.